
Hormonale problemen en type 1 diabetes
Hebben patiënten met type 1 diabetes en meer kans op problemen in andere hormonale organen (klieren)?
Type 1 diabetes is het gevolg van een aanval van het immuunsysteem op lichaamseigen weefsel (auto-immune aanval), en leidt tot een vernietiging van de hormonale werking van de alvleesklier met insulinetekort tot gevolg. Personen met type 1 diabetes hebben in vergelijking met anderen ook een hoger risico op auto-immune aanval in andere hormonale organen, die vervolgens ziek worden met verstoorde hormoonafgifte naar de bloedbaan tot gevolg.
De diagnose van type 1 diabetes kan zowel voor als na een andere hormonale aandoening voorkomen, of het kan tegelijk vastgesteld worden. Net zoals bij type 1 diabetes kunnen andere hormonale auto-immuunziekten op alle leeftijden ontstaan, maar zeer zelden voor de leeftijd van 10 jaar.
Typische hormonale organen zijn: schildklier, bijschildklier, hypofyse, bijnieren, geslachtsklieren (eierstokken bij de vrouw, teelbal bij de man).
De schildklier
De schildklier is een klein vlindervormig orgaantje, bevindt zich in de hals voor de luchtpijp, maakt schildklierhormoon (T4 en T3) en heeft hiervoor onder andere jodium nodig als noodzakelijke bouwsteen. Schildklierhormoon is van levensbelang voor het regelen van de ontwikkeling en groei op jonge leeftijd, en voor de stofwisseling en orgaanfuncties op alle leeftijden. Ook tijdens zwangerschap en de eerste levensmaanden speelt schildklierhormoon een cruciale rol in de ontwikkeling van de baby.
Auto-immune schildklierziekte is de meest voorkomende auto-immuunziekte in de algemene bevolking, en komt nog vaker voor bij personen met type 1 diabetes. Er zijn verschillende vormen van auto-immune schildklierziekten, maar de meest voorkomende zijn de ziekte van Hashimoto en de ziekte van Graves.
Ziekte van Hashimoto - hypothyroïdie
De ziekte van Hashimoto ontwikkelt zich doorgaans traag (over meerdere, soms tientallen) jaren, en veroorzaakt in het eindstadium een onomkeerbaar verstoorde schildklierwerking, waarbij te laag schildklierhormoon wordt vastgesteld bij bloedafname, ook hypothyroïdie genoemd. In de algemene bevolking komt de ziekte voor bij ±5%, bij type 1 diabetes kan dit oplopen tot ±10-20%. Symptomen kunnen onder andere zijn (maar zijn niet noodzakelijk aanwezig): koudegevoel, haaruitval, vermoeidheid, gewichtstoename, verminderde vruchtbaarheid. De behandeling bestaat uit inname van een dagelijkse tablet T4 hormoon, levenslang in te nemen. De arts checkt op regelmatige basis het bloed en soms zijn aanpassingen van de dosis nodig. Tijdens zwangerschap is een hogere dosis nodig.
Ziekte van Graves – hyperthyroïdie
De ziekte van Graves ontwikkelt zich doorgaans sneller (over enkele maanden), en leidt tot een verhoogde aanmaak van schildklierhormoon, ook hyperthyroïdie genoemd. In de algemene bevolking komt de ziekte voor bij ±1%, bij type 1 diabetes kan dit oplopen tot ±5%. Symptomen kunnen onder andere zijn (maar zijn niet noodzakelijk aanwezig): warmtegevoel, hartkloppingen, zweten, vermagering, verminderde vruchtbaarheid, uitpuilende ogen. De behandeling bestaat uit het afremmen van de overdreven aanmaak van T4. Dit kan ofwel met schildklierremmende medicatie (meestal minstens een jaar te nemen), ofwel met een eenmalige inname van een pil radioactief jodium, ofwel door een chirurgische wegname van de schildklier (thyroïdectomie). De arts checkt op regelmatige basis het bloed. In tegenstelling tot de ziekte van Hashimoto kan de ziekte van Graves op een bepaald moment genezen, maar er bestaat een risico op opflakkeren van ±50%. Bij 10-20% van de personen met ziekte van Graves wordt niet enkel de schildklierwerking verstoord, maar ook het weefsel rondom de ogen (vet en spieren), wat kan aanleiding geven tot roodheid, zwelling, soms zelfs dubbelzicht of gezichtsverlies. Bij oogaantasting (thyroid eye disease) is het eerst en vooral belangrijk om de schildklierhormonen te regelen, te stoppen met roken (indien van toepassing), en kunsttranen te gebruiken. De endocrinoloog zal vervolgens samen met de oogarts bekijken welke behandeling eventueel bijkomend aangewezen is: soms is dit bestraling (radiotherapie), oogchirurgie, hoge dosis cortisone, of nog andere medicatie die op het immuunsysteem inwerkt.
Bij een type 1 diabetespatiënt wordt de schildklierwerking 1 x per jaar gescreend, en extra bij klachten of tekens die hieraan doen denken of bij zwangerschaps(swens).
De bijnier
De bijnieren zijn kleine orgaantjes die zich boven de nieren bevinden, en bestaan uit een buitenste bijnierschors en centraal het bijniermerg. In de bijnierschors worden verschillende hormonen gemaakt: glucocorticoïden of cortisol (spelen rol in stofwisseling, immuunsysteem en reactie op stress), mineralocorticoïden of aldosteron (spelen rol in regeling van water- en zoutbalans), en ook ‘mannelijk’ hormoon zoals DHEA. Mannelijk hormoon wordt ook in de geslachtsklieren gemaakt (teelballen en eierstokken). In het bijniermerg wordt adrenaline gemaakt (rol in reactie op stress), maar dit wordt ook op andere plaatsen in het lichaam gemaakt (autonoom zenuwstelsel). Bijnierschorshormonen (glucocorticoïden en mineralocorticoïden) zijn levensnoodzakelijk.
Ziekte van Addison - bijnierschorsinsufficiëntie
De ziekte van Addison ontwikkelt zich waarschijnlijk doorgaans snel (over meerdere maanden), en leidt tot een onomkeerbaar verstoorde aanmaak van gluco- en mineralocorticoïden. Onbehandeld leidt deze ziekte tot ernstige bloeddrukval (shock). In de algemene bevolking is de ziekte van Addison gelukkig heel zeldzaam (±5/100 000), bij personen met type 1 diabetes vermoedelijk bij ±5/1000. Artsen zijn alert voor deze ernstige ziekte, maar gaan er omwille van het zeer zeldzame voorkomen niet jaarlijks op screenen. De behandeling bestaat uit dagelijkse inname hydrocortison (glucocorticoïd, typisch 2 tot 3 tabletten verdeeld over de dag) alsook een tablet fludrocortison (mineralocorticoïd, typisch 1 tablet per dag). Bij ernstige ziekte of operaties moet de dosis de hydrocortison verhoogd worden, om de normale stressreactie van het lichaam na te bootsen.
Andere hormonale auto-immuunziekten
Heel zelden ontwikkelen zich ook auto-immuunziekten in andere hormonale organen, zoals de de hypofyse, bijschildklieren, of geslachtsklieren. De laatste jaren komt dit iets vaker voor (vooral auto-immune hypofyseziekte, soms ook type 1 diabetes), als gevolg van bepaalde immuuntherapieën die worden gebruikt bij kanker en door verstoring van het immuunsysteem ook auto-immunziekten kunnen uitlokken. Oncologen, endocrinologen en huisartsen hebben vandaag verhoogde aandacht bij kankerpatiënten die met deze middelen behandeld worden.
APS of het auto-immuun polyglandulair syndroom
Bij sommige patiënten komen tegelijk 3 of meer hormonale en niet-hormonale (bijvoorbeeld coeliakie, vitiligo) auto-immuunziekten voor. Men spreekt in dat geval van het auto-immuun polyglandulair syndroom of kortweg APS. Men doet volop onderzoek naar onderliggende (genetische en andere) oorzaken. De bekendste persoon die aan APS leed is president JF Kennedy.
Besluit
Bij personen met type 1 diabetes is er een verhoogd risico op het ontstaan van andere auto-immuunziekten, en dit kan op elke leeftijd. Auto-immune schildklierziekte komt het vaakst voor, maar er moet ook verhoogde aandacht zijn voor het ontstaan van minder vaak voorkomende auto-immuunziekten in de opvolging van personen met type 1 diabetes.
Prof. Brigitte Decallonne, Endocrinologie, UZ Leuven
26 juni 2025